Nooit Voltooid Verleden
LES 2 – LEVENSVERHALEN
Introductie en bedoeling
In de eerste les is gewerkt met de vondsten uit het archeologisch onderzoek.
In deze les 2 gaan de leerlingen op zoek naar de levensverhalen van Nederlanders die in Sobibor zijn vermoord, om:
– aan te tonen dat achter het droge getal van ruim 34.000 Nederlandse slachtoffers evenzovele levens staan;
– te oefenen met archiefonderzoek op internet;
– de kennis over onderwerpen en thema’s binnen de geschiedenis van de Holocaust te vergroten.
Werkwijze
1) Link met les 1 – Archeologie. Aan het begin van de les kan de docent de afbeelding gebruiken van het kamp; hierop staan nu op de vindpaatsen de daaraan verbonden personen.
Achter elke vondst zit een persoon. Er waren 170.000-250.000 slachtoffers, 34.295 uit Nederland om precies te zijn. Wie waren deze mensen? Vandaag wordt een poging gedaan om de levensverhalen van zes mensen te reconstrueren. Op internet zijn al veel archieven openbaar en dus is er veel te vinden: in kranten, in politiedossiers, persoonskaarten.
2) De opdracht. Verdeel de klas in dezelfde zes groepjes. Op de tekening van Sobibor staan nu de personen die verbonden zijn aan een vondst. De groepjes klikken de afbeelding aan op dezelfde plek die ze in de vorige les hebben onderzocht. Dan opent zich een nieuwe opdracht. Deze bestaat voor elk groepje uit drie onderdelen:
– Op zoek naar het levensverhaal van een hoofdpersoon. Elke vondst is gekoppeld aan een persoon, de meeste zijn geboren in Gelderland. Het groepje gaat op internet op zoek naar bronnen over het leven van deze mensen en/of (in het geval van jonge kinderen) hun familie. De groep maakt een kort onderzoeksverslag met naam, geboorte- en sterfdatum en alle verder gevonden
– Een verdiepende opdracht: elk groepje krijgt een vraag naar aanleiding van het leven van die persoon. Hiervoor moet soms een filmpje worden bekeken of een tekst worden gelezen. Het antwoord op deze vraag wordt aan het einde van de les met de klas gedeeld.
– Een eigen zoektocht naar slachtoffers uit de omgeving. Als ‘klaar-opdracht’ zouden de leerlingen nog op zoek kunnen naar slachtoffers uit hun woonplaats of omgeving. Gelderland kende vóór de oorlog een opmerkelijk grote en actieve Joodse gemeenschap.
Een eventuele verdiepingsopdracht: ga op zoek naar onderduikverhalen en verhalen van verzet.
NB:
• Er is/wordt een hulpblad gemaakt met zoektips en handige sites.
• Mochten de groepjes problemen hebben met zoeken, dan is een goede tip het laten noteren van de gegevens van joodsmonument.nl – dit is vaak een goed beginpunt
• Heeft de familie in Amsterdam gewoond, dan loont het zeker de moeite de archieven van Amsterdam goed te onderzoeken.
Onderzoeksverslagen kunnen naar eigen inzicht digitaal ingeleverd worden, of thuis (eventueel verder verwerkt) afgemaakt en geprint worden.
3) Korte nabespreking. Elk groepje mag kort vertellen wat ze gevonden hebben. Ook geeft elk groepje kort antwoord op de ‘extra vraag’. De volgende personen hebben de volgende vragen:
Lea de la Penha | Lea de la Penha is door de archeologen ook wel ‘het symbool van Sobibor’ genoemd. Waarom is dat, denk je? |
---|---|
Eliazer Content | Waarom zou er in Nederlandse archieven ‘Isr’ worden geschreven als het Joden waren? (En… mag dat tegenwoordig nog?) |
Sally de Leeuw | Welke manier hebben jullie bedacht om ook de anonieme slachtoffers te herdenken? |
Daatje Frank | Beschrijf het Kindertransport: a. Wanneer vond het plaats; b. Waar begon het, waar eindigde het; c. Waarom besloten de nazi’s tot dit transport. Aan het einde van de les moet je hier kort iets over kunnen vertellen. |
Deddie Zak | Hoort het plaatje in Polen, waar het al 70 jaar is, hoort het in Nederland in een museum, omdat het iets vertelt over de Jodenvervolging in Nederland, of hoort het bij de familie? |
Max van Dam | Waarom voelde Max van Dam zich aangetrokken tot het zionisme, denk je? |
Mochten groepjes of individuen na de les door willen zoeken, dan kan het einde van de les als tussenstand worden gebruikt.